De herinneringen die ik heb aan het werken op de computer toen ik zelf op de basisschool zat, beperkt zich tot 2 programma's. Mogelijk waren er wel meer, maar die hebben duidelijk minder indruk gemaakt dan deze 2.
Het eerste was een spelletje waarbij je met een helicopter vloog om de plaatsen die de computer noemde te vinden. Je zag hierbij steeds maar een klein stukje van de kaart van Nederland en moest daarop je weg zien te vinden. Het is trouwens wel een beetje jammer dat ik nog precies weet hoe het spel werkte, maar dat ik er niet van geleerd heb om daadwerkelijk een plaats terug te kunnen vinden op een kaart. Maar goed, daar gaat dit blog niet over...
Logo
Het andere programma dat je kon kiezen, was "Logo". Hierbij typte je eerst een reeks commando's, die je vervolgens door het schildpadje liet uitvoeren. als je dit goed gedaan had, verscheen de tekening die op je opdrachtenkaart stond, of die je zelf bedacht had, op je scherm.
Jaren later ontdekte ik dat ik toen had leren werken met de programmeertaal Logo. Logo is 50 jaar geleden ontstaan en is speciaal bedoeld voor kinderen. Ook tegenwoordig kunnen kinderen nog leren programmeren in Logo of in de uitgebreidere variant Superlogo, nog steeds herkenbaar aan het schildpadje!
Op de Nederlandstalige site Programmeren in Logo kunnen kinderen aan de slag met Logo. Je vindt er een overzicht van commando's en een aantal voorbeelden die ze na kunnen maken.
Wil je kinderen aan de slag laten gaan met de basis van Logo, dan is de Belgische site Digitaak een aanrader. Hier kun je een aantal opdrachten downloaden waarin de kinderen de belangrijste commando's leren gebruiken.
Scratch
Bij het programmeren in Logo maak je gebruik van geschreven commando's die samen een lijst vormen. In Scratch, de tweede belangrijke programmeertaal voor kinderen die veel later ontwikkeld is, werk je niet meer met woorden, maar met blokjes waar de commando's al op staan. Op de site van de TU Delft vind je een boekje met uitleg en opdrachten dat je kunt downloaden en een link naar een aantal voorbeelden.
Speciaal voor kinderen die nog niet kunnen lezen is ScratchJr gelanceerd. In deze gratis app wordt gebruik gemaakt van pictogrammen.
Lezen
Natuurlijk is er ook een groot aantal boeken voor kinderen verschenen over het programmeren. Een voorbeeld hiervan is de reeks Programmeren voor kinderen. In deze boeken leren kinderen om zelf programma's te programmeren in Scratch en Python, een derde programmeertaal.
Bee-bot
In steeds meer klassen is een Bee-bot komen wonen. De Bee-bot is een robotje in de vorm van een bij die kinderen d.m.v. toetsen op zijn rug kunnen programmeren om een bepaalde route te lopen. In de meeste gevallen gebruiken leerkrachten hierbij een speciale mat, waarbij de kinderen de opdracht krijgen om de Bee-bot naar een bepaald punt of het antwoord op een vraag te laten gaan. Het broertje van de Bee-bot, de Blue-bot, kun je ook via bluetooth koppelen aan je Ipad. In dat geval kun je de app gebruiken om hem te programmeren.
Uiteraard is er ook een gratis app waarin je een virtuele Bee-bot kunt besturen!
Lego Boost
De laatste mogelijkheid die ik in dit blog noem om kinderen te leren programmeren is met Lego Boost. Met Lego Boost bouwen de kinderen zelf een robot die ze vervolgens in een app opdrachten kunnen geven. De set geeft de mogelijkheid om te kiezen uit 5 robots en in de app geef je aan welke versie je gebouwd hebt, zodat de commando's en mogelijkheden die je hebt om hem te programmeren aangepast kunnen worden aan de robot.
Heb jij nog andere tips om met kinderen te gaan programmeren? Ik lees het graag in de reacties!